Als de wijn zinkt zwemmen de woorden boven.
Dronken mensen zeggen dingen die ze niet zouden zeggen als ze nuchter waren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Er is altijd baas [meester] boven baas [meester].
- Hij is boven zijn bier.
- Van boven blinken van onder stinken.
- Van boven bont van onder stront.
- Dat is botertje boven.
- Hij likt naar boven en trapt naar onderen.
- Hij is mij boven het hoofd gegroeid.
- Hij staat boven de wet.
- Hij is weer boven water gekomen.
- Boven zijn stand leven.
- Iemand de hand boven het hoofd houden.
- Mans hand boven.
- Dat gaat boven zijn horizon.
- Hij is boven Jan.
- Je kop boven het maaiveld steken.
- Er met kop en schouders boven uitsteken.
- Hij komt de moeilijkheden te boven.
- De natuur gaat boven de leer.
- De natuur gaat boven is sterker dan de leer.
- Dat staat als een paal boven water.
- Hij is boven zijn pegel.
- Dat gaat hem boven zijn pet.
- Dat gaat boven mijn prik.
- Hij liegt dat het rookt boven zijn hoofd.
- Tevredenheid gaat boven rijkdom.
- Hij is boven zijn theewater.
- Uiteindelijk komt de waarheid altijd boven water.
- Hij staat een veld boven de wind.
- Het vet wil boven drijven.
- Honingzoete woorden brengen geen haver in de kast.
- Geen woorden maar daden.
- Met geld en goede woorden krijgt men veel gedaan.
- Zoetgevooisde woorden Mooie liefrijke en vriendelijke woorden.
- Hij weegt zijn woorden op een goudschaaltje.
- Zij hebben hoge woorden.
- Met iemands woorden naar de markt gaan.
- Zij krijgen woorden.
- Je woorden worden weer thuisgebracht.
- Zijn woorden zijn gouden appelen in zilveren schalen.
- De woorden bleven hem in de keel steken.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Woorden zijn geen oorden.
- Iemand de woorden uit de keel trekken.
- Iemand de woorden uit de mond stelen.
- Iemand de woorden uit de mond kijken.
- Veel woorden de nek breken.
- Woorden wekken voorbeelden trekken.
- Veel woorden vullen de zak niet.
- God laat ons zinken maar niet verdrinken.
- Het hart zinkt hem in de schoenen.
- De moed zinkt hem in de schoenen.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.
- Als het schip zinkt zwemmen de ratten er uit.
- Hij zwemt in het geld.
- Hij laat zijn lever graag zwemmen.
- Hij zwemt als een vis.
- Vis moet zwemmen.
- De vis wil zwemmen.
- Uit een olievat zal men geen wijn tappen.
- Water in de wijn doen.
- Als de jonge wijn bloeit begint de oude te gisten.
- Die wijn drinkt kweekt luizen.
- Nieuwe wijn in oude leerzakken.
- De wijn smaakt altijd naar de stok.
- Dat is een wijn van Jan Langarm.
- Wijn van juffrouw Eenarm.
- Als de wijn is in de man is de wijsheid in de kan.
- Klare wijn schenken.