Grote lantaarn klein licht.
Hij is niet zo slim.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Liever kleine baas dan grote knecht.
- Grote ruiten zonder duiten.
- Hij eet mee uit de grote pot van Egypte.
- De grote vissen eten de kleine.
- Dat is een grote parade maar een klein garnizoen.
- Grote heren hebben lange handen.
- Iets aan de grote klok hangen.
- Grote pronker kale jonker.
- Kleine kinderen hoofdzeer; grote kinderen hartzeer.
- Op grote voet leven.
- Grote pracht weinig macht.
- Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen.
- Aan een klein vogelken past geen grote bek.
- Kleine potjes hebben grote oren.
- Grote vissen scheuren het net.
- Ze slaan op de grote trom.
- Hij vaart voor de grote mast.
- Kleine houwen vellen grote eiken.
- Veel herhaalde kapkens vellen grote bomen.
- Een goed woordeken breekt grote gramschap.
- Dat is klein bier.
- Klein gewin brengt rijkdom in.
- Kleine kinderen worden groot.
- Hij denkt klein van iemand.
- Hij heeft maar een klein hart.
- Dat is groot laweit in een klein straatje.
- Geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben.
- Iemand klein krijgen.
- Hij is klein van was.
- Iets kort en klein slaan.
- Een ongeluk zit in een klein hoekje.
- Klein is de rouwe valt de oude koe dood.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Een klein standje is een groot gemak.
- De tong is een klein lid.
- Een klein visje een zoet visje.
- Er gaan niet veel vrienden in een klein huis.
- Groot in de wapens klein in de beurs.
- Een klein winstje een zoet winstje.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Wie een hond wil slaan kan licht een stok vinden.
- Het huis is licht en dicht.
- De lamp geeft weinig licht.
- Hij is een lantaarn zonder licht.
- Er ging hem een licht op.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Men moet zijn licht niet onder de korenmaat zetten.
- Een oude vogel is niet licht te vangen.
- Een oude rat vindt licht een gat.
- Iets licht opvatten.
- Het licht zien.
- Hij is licht te belezen.
- Iemands licht betimmeren.
- Het is licht dansen op andermans vloer.
- Hij licht de hielen.
- Licht land loos volk.
- Dat is zo licht als een pluim.
- Laat uw licht schijnen voor de mensen.
- Iemand in het licht staan.
- Iemand het licht uitblazen.
- Op oud ijs vriest het licht.
- Wie met pek omgaat wordt licht [ermee] besmet.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Een vos is niet licht met één strik te vangen.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
- Diepe zwemmers licht te grond.
- Hij geeft hem van lantaarn.
- Hij is met de lantaarn aan de dissel vertrokken.