Het ei wil beter wezen dan de hen.
Het kind denkt het beter te weten dan zijn moeder.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Een kus zonder baard is een ei zonder zout.
- Hij is uit een ander ei gebroed.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Hij heeft een ei op.
- Hij heeft het ei met de kip gekregen.
- Ergens ei of kuiken van willen hebben.
- Met een ei zitten.
- Als dat ei breekt zal het stinken.
- Dat is het ei van Columbus.
- Het ei is vuil bij haar.
- Het ei wil wijzer zijn dan de kip.
- Bij haar kan men een ei in haar gat gaar koken.
- Het is koek en ei tussen die twee.
- Kwaad ei kwaad kuiken.
- Hij is een onzeker ei.
- Hij is pas uit het ei gekropen.
- Hij is een zacht gekookt ei.
- Hij is zo zalig als een ei.
- Hij komt met het zout als het ei op is.
- Het is beter de bakkers te paard als de dokters.
- Beter benijd dan beklaagd.
- Beter duur als niet te koop.
- Beter arm met ere dan rijk met schande.
- Beter hard geblazen dan de mond gebrand.
- Geen beter gemak dan eigen dak.
- Beter ham zonder mosterd dan mosterd zonder ham.
- Beter een andermans hemd dan geen.
- Hoe meerder hoop hoe beter koop.
- Beter jong gestorven Als oud bedorven.
- het kan beter van de kerk als van de kapelle.
- Waar klappen goed is is zwijgen beter.
- Beter een kwaad been als geen.
- Beter een lap dan een gat.
- Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees.
- Beter onbegonnen dan ongeƫindigd.
- Beter onrecht lijden dan onrecht doen.
- Beter een ons geluk dan een pond wijsheid.
- Beter scheel als blind.
- Het is beter de schoenen versleten als het bed.
- Het kan beter van de schoof dan van de band.
- Men is beter met smid als met smeeken.
- Het kan beter van een stad dan van een dorp.
- Het is beter stil gezwegen als kwalijk gesproken.
- Dat komt terecht beter dan de verzopen dubbeltjes.
- Neemt uw tijd te baat te vroeg is beter dan te laat.
- Beter ermee verlegen dan erom verlegen.
- Beter erom verlegen dan ermee verlegen.
- Beter er om verlegen dan er mee verlegen.
- Beter een vink geplukt dan ledig gezeten.
- Beter doorhet vuur te vliegen dan er door te kruipen.
- Die zaak kunnen ze beter opdoeken.
- Ik mag een boon wezen als het niet zo is.
- Zijn eigen wezen schenden.
- In de ruimte is het goed te wezen.
- Hij moet er bij wezen als er een kater gelubd wordt.
- Niets wezen en niets lijken dat is tweemaal niets.
- Het zal wat wezen als het voor de heren komt.
- De oudste moet de wijste wezen.