Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen.
Wie over veel rijkdom of roem beschikt vertoont al gauw buitensporig gedrag.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Het zijn niet allen monniken die kappen dragen.
- Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.
- Een steen in zijn boezem dragen.
- Het eind zal de lasten dragen.
- Iemand op handen dragen.
- De jongste bedelaar moet de korf dragen.
- Niemand wil het kruis dragen.
- Het zijn niet al ridders die sporen dragen.
- Stinkende luiden dragen de riekende kruiden.
- Vrouwen dragen lange kleren maar korte zin.
- Vuur in de ene hand dragen en water in de andere.
- Water in zee [de Rijn] dragen.
- Het is water naar de zee dragen.
- Dat zijn appels op gouden benen.
- Op eigen benen staan.
- Hij heeft benen als een ooievaar.
- Iemand benen maken.
- Iemand bij de benen nemen.
- Zij heeft een buik vol benen.
- Er zijn veel ezels met twee benen.
- Zijn kop is zwaarder dan zijn benen.
- Leugens hebben korte benen.
- Hij vertrekt met de staart tussen zijn benen.
- Hij vertrok met de staart tussen zijn benen.
- Weelde en jeukte zijn kwalijk te lijden.
- Een vogel zingt zowel van armoe als van weelde.
- De zoeker van de weelde is de vinder van de armoe.
- Iemands bloed kunnen drinken.
- Ergens niet buiten kunnen.
- Iets met één hand kunnen doen.
- Een mens moet zijn handen kunnen gebruiken.
- Zijn kaken kunnen roeren.
- Dat zou last kunnen lijden.
- Iemands maat niet kunnen halen.
- We kunnen hem missen als kiespijn.
- Iemand met de neus kunnen aanwijzen.
- Omstandigheden kunnen veranderen.
- De jongen kunnen de ouden moeten sterven.
- Iets op zijn pantoffels [sloffen] af kunnen.
- Niet in zijn schaduw kunnen staan.
- Twee vossen kunnen elkaar niet bedriegen.
- Twee zakken kunnen malkaar niet drogen.
- Geen vin kunnen veroeren.
- Die zaak kunnen ze beter opdoeken.