Hij zet de spat er in.
Hij rende zo hard mogelijk weg.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij zet een gezicht als drie dagen slecht weer.
- Hij zet een gezicht als een oorworm.
- Hij zet de kerk op de toren.
- Hij zet de muts opzij.
- Hij zet de puntjes op de i.
- Hij zet zijn schuurdeur open.
- Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.
- In een zet en een wet.
- Hij zet een zandwinkeltje op.
- Aan zet zijn.
- Dat zet geen zoden aan de dijk.
- Hij is zonder spat of gal.
- Het spat uit elkaar als een zeepbel.