Spreekwoorden met zet

Aan zet zijn.

De beurt hebben.

Meer info

Dat zet geen zoden aan de dijk.

Dat helpt amper.

Meer info

Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.

Als je het gevaar opzoekt zal je daaraan ook sterven.

Spreekwoorden over Gevaar

Meer info

Hij zet de kerk op de toren.

Hij pakt het niet goed aan.

Religie Kerk

Meer info

Hij zet de muts opzij.

Hij heeft een goede bui.

Meer info

Hij zet de puntjes op de i.

Hij gaat heel precies te werk.

Meer info

Hij zet de spat er in.

Hij rende zo hard mogelijk weg.

Meer info

Hij zet een gezicht als drie dagen slecht weer.

Hij is erg kwaad.

Meer info

Hij zet een gezicht als een oorworm.

Hij zet een kwaad en teleurgesteld gezicht.

Meer info

Hij zet een zandwinkeltje op.

Hij is overleden.

Meer info

Hij zet zijn schuurdeur open.

Hij doet zijn mond wijd open.

Lichaamsdelen Mond

Meer info

In een zet en een wet.

Snel.

Meer info