Hij zet zijn schuurdeur open.
Hij doet zijn mond wijd open.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij houdt een achterdeur open.
- Zijn achterdeur open zetten.
- Een boekje over iemand open doen.
- Mijn deur staat altijd open.
- Dat is een open deur.
- Een open deur intrappen.
- De deur staat wagenwijd open.
- Dweilen met de kraan open.
- Het geld doet alle deuren open.
- Het is daar een open hof.
- Met open kaart spelen.
- Zijn Franse kerk staat open.
- Ge moet uw ogen of uw beurs open doen.
- Oud zeer open krabben.
- Dat was een schot voor open doel.
- Strijden met open vizier.
- Open winters open graven.
- Hij zet een gezicht als drie dagen slecht weer.
- Hij zet een gezicht als een oorworm.
- Hij zet de kerk op de toren.
- Hij zet de muts opzij.
- Hij zet de puntjes op de i.
- Hij zet de spat er in.
- Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.
- In een zet en een wet.
- Hij zet een zandwinkeltje op.
- Aan zet zijn.
- Dat zet geen zoden aan de dijk.