Kleine boompjes worden groot.
Voordat je het weet zijn kinderen groot geworden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De kleine apostels.
- De groten moeten van de kleine azen.
- Liever kleine baas dan grote knecht.
- Een kleine boodschap doen.
- In kleine doosjes bewaart men de beste zalf.
- Hij is een kleine dwingeland.
- De grote vissen eten de kleine.
- Kleine geschenken onderhouden de vriendschap.
- Kleine kinderen hoofdzeer; grote kinderen hartzeer.
- Kleine kinderen worden door moeder getroost.
- Bij kleine lapjes leert men een hond leer eten.
- Kleine oorzaken hebben dikwijls grote gevolgen.
- Kleine potjes hebben grote oren.
- Kleine potjes lopen gauw over.
- Op kleine schaal.
- Het is vandaag een kleine wereld.
- Kleine houwen vellen grote eiken.
- Kleine vogels kleine nesten.
- Kleine vossen bederven de wijngaard.
- De appel valt niet ver van de boom [stam].
- Ook de beste boom geeft slechte vruchten.
- Hij heeft van de boom der kennis gegeten.
- Men moet de boom buigen als hij jong is.
- Een boom valt niet met de eerste slag.
- Een boom opzetten.
- Een boom in brand steken.
- Dat is een boom van een vent.
- Boompje groot potertje dood.
- Jonge boompjes moet men buigen.
- Het is boter tot de boom.
- Het is botertje tot de boom.
- Een dood paard aan een boom binden.
- Steek je hand niet tussen de schors en de boom.
- Huisje boompje beestje.
- De kat uit de boom kijken.
- Hij is omgekeerd als een blad van een boom.
- Daar is staak noch boom te zien.
- Hoe stiller water hoe dieper boom.
- Aan de vruchten herkent [kent] men de boom.
- Aan de vruchten kent men de boom.
- Veel beekjes maken een groot water.
- Zij heeft de boter groot.
- Is de brok groot men moet er de mond naar zetten.
- Hij heeft het grof en groot.
- Kleine kinderen worden groot.
- Dat is groot laweit in een klein straatje.
- Een groot verzet rijden.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Sparen is een groot inkomen.
- Een klein standje is een groot gemak.
- Des vorsten hand Is zo groot als het land.
- Als de vriendschap te groot is loopt ze over.
- Groot in de wapens klein in de beurs.
- Een groot woord houdt een kerel van de huid.
- Biggen worden zwijnen.
- Die geleerd wil worden moet vroeg opstaan.
- Zoals het geknipt is moet het genaaid worden.
- Die wilt geprezen worden moet sterven.
- Huwelijken worden in de hemel gesloten.
- Wat Jantje is zal Jan worden.
- Hij moet van de kei gesneden worden.
- Kinderen worden kerels.
- Kinderen die vragen worden overgeslagen.
- Kwaad worden is menselijk maar haten is Duivels.
- Kwaad worden is menselijk kwaad blijven is Duivels.
- Ontvangen worden als een aap in de porseleinkast.
- Wie niet oud wil worden moet zich jong ophangen.
- De rijken worden rijker de armen armer.
- De beste paarden moeten op stal gezocht worden.
- Tot zijn vaderen verzameld worden.
- Vieze varkens worden vet.
- Wie zich verhoogt zal vernederd worden.
- Warm worden.
- Die met wijzen omgaat zal wijs worden.
- Die niet wit en wilt worden moet uit de molen blijven.
- Je woorden worden weer thuisgebracht.
- De zwaarden worden tot sikkelen geslagen.