Met het verkeerde been uit bed stappen.
Met een slecht humeur de dag beginnen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Zij is goed in bed.
- Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil.
- Iemands bed schenden.
- Zijn bedje is gespreid.
- Een dronken vrouw een engel in het bed.
- Dat heeft wat in eer de laatste man te bed komt.
- De engeltjes schudden hun bedjes uit.
- Wie 't geluk heeft gaat met de bruid naar bed.
- Gescheiden zijn van tafel en bed.
- Wie met honden naar bed gaat staat met vlooien op.
- Kleed je niet uit vóór je naar bed gaat.
- Het is beter de schoenen versleten als het bed.
- Hij gaat met het spek naar bed.
- Met zijn spot naar bed gaan.
- Hij heeft daar een tafel en een bed.
- Iemand beentje lichten.
- Hij is een blok aan het been.
- Dat is een blok aan zijn been.
- Een boer steekt altijd een arm of een been uit.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Beter een kwaad been als geen.
- Dat gaat door merg en been.
- Dat is een pleister op een houten been.
- Steen en been klagen.
- Hij is vel over been.
- Zijn beste beentje voorzetten.
- Het vriest steen en been.
- In het huwelijksbootje stappen.
- Die werkman is telt zijn stappen.
- Dat schiet bij hem in het verkeerde keelgat.
- Aan het verkeerde adres zijn.
- Hij heeft het bij het verkeerde eind.
- Hij zit aan het verkeerde eind van het touw.
- Het is hier de verkeerde [omgekeerde] wereld.