Tussen doen en zeggen lange mijlen leggen.
Je kunt wel van alles zeggen maar dat heeft geen waarde als er niet naar gehandeld wordt.
Trefwoorden
doen lange leggen tussen mijlen zeggenSpreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Kort afzeggen is vriendschap doen.
- Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen.
- Iets aan banden leggen.
- Je moet de bijl aan de wortel leggen.
- Een blind paard kan er geen schade doen.
- Een boekje over iemand open doen.
- Een kleine boodschap doen.
- Hij wil een boon in de pot doen.
- Botje bij botje leggen.
- Tussen de deuren komen.
- In de lange dienst gaan.
- Iets uit de doeken doen.
- Iemand in de doeken leggen.
- Doen is een ding.
- Dat is geen doen met eer.
- Hij eet met lange tanden.
- Hij staat daar als een ezel tussen twee oppers hooi.
- Om zot te zijn met fatsoen is er wijsheid van doen.
- Lange gasten stinkende gasten.
- Dat gebeurde tussen neus en lippen door.
- Gelukkige zotten hebben geen wijsheid van doen.
- Goed gezelschap maakt korte mijlen.
- Het is haat en nijd tussen hen.
- Iets met één hand kunnen doen.
- Iemand iets aan de hand doen.
- Steek je hand niet tussen de schors en de boom.
- De hand op iets leggen.
- De hand op de mond leggen.
- Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
- Op iemands handen leggen.
- Grote heren hebben lange handen.
- Iets in een handomdraai doen.
- Iemand lange haver geven.
- Ergens heilig mee doen.
- Zijn hemd in de Franse dag doen.
- Hij kan hond nog stront zeggen.
- Hij heeft met zijn hoofd tussen de draaideur gezeten.
- Iemand het hoofd voor de voeten leggen.
- Die vele horen zeggen horen vele liegen.
- Van horen zeggen liegt men het meeste.
- Horen zeggen is half gelogen.
- Hout naar het bos dragen Titaal overbodig werk doen.
- Hutje bij mutje leggen.
- Zij zijn de lange huur ingegaan.
- Kallen is mallen doen is een ding.
- Dan doen de kiezen hem niet meer zeer.
- Een kind kan de was doen.
- Als de kinderen hun zin doen krijsen ze niet.
- Kinderen doen kinderwerken.
- Lange kleren korte zinnen.
- Het is koek en ei tussen die twee.
- Koningen hebben lange armen.
- Iets om de kool zeggen.
- Tussen kop en staart zit de beste vis.
- We willen een kort gebed en een lange maaltijd.
- Iemand te kort doen.
- Ergens zijn krukken tussen steken.
- Tussen lachen en spel zegt de zot zijn mening wel.
- Iemand lagen leggen.
- De lange latten ombinden.
- De laatste hand aan iets leggen.
- Een goede dam leggen.
- Hij moest het loodje leggen.
- Iemand in de luren leggen.
- Op de man af iets zeggen.
- Het mes bij iemand leggen.
- Ook een lange metworst is te korten.
- Het is moeilijk de oude mens af te leggen.
- De mosselen doen de vis afslaan.
- Tussen neus en lippen door.
- Ge moet uw ogen of uw beurs open doen.
- Zonder omslag iets doen.
- Iemand ongezouten [vierkant] de waarheid zeggen.
- Beter onrecht lijden dan onrecht doen.
- Pietluttig doen.
- Iemand op de pijnbank leggen.
- Een pleister op de wonde leggen.
- Om de poen is het al te doen.
- Praten en breien zeggen de meisjes van Leien.
- Een ommelandse reis doen.
- Door dit rijmpje op te zeggen verdwijnt de hik.
- Ergens een lange saus bij maken.
- Ergens een schepje bovenop doen.
- Een schietgebedje doen.
- De sleutel op de kist leggen.
- Ergens zijn slinger in hebben Iets met plezier doen.
- Iemand spreken tussen de oren van een turfmand.
- Hij vertrekt met de staart tussen zijn benen.
- Hij vertrok met de staart tussen zijn benen.
- Ja en neen is een lange strijd.
- Stro op de kist leggen.
- Hij geeft het hem in tienen te doen.
- Hij is tussen twee vuren geraakt.
- Als twee hetzelde doen is het nog niet hetzelfde.
- Op lange veren slapen.
- Het is een verschil als tussen kussen en geselen.
- De vinger leggen op de wonde plek.
- De voorsten doen wat de achtersten niet mogen.
- Korte rekening maakt lange vriendschap.
- Vrouwen dragen lange kleren maar korte zin.
- Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.
- Iemand het vuur aan de schenen leggen.
- Iemand onbewimpeld de waarheid zeggen.
- Tussen waarheid en leugen ligt een glibberig pad.
- Water in de wijn doen.
- Iemand in de watten leggen.
- Iemand geen grasje in de weg leggen.
- Iemand geen haarbreed in de weg leggen.
- Iets als de wiedeweerga gaan doen.
- Het wil tussen hen niet boteren.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Een goed woordje voor iemand doen.
- Ja en amen zeggen.
- Iets uittentreuren zeggen.
- ik zal zeggen wie je bent.
- Het is met zeggen niet te doen.
- Iets zeggen zonder te blikken of te blozen.
- Zeggen en doen is twee.
- Zeggen en doen verschilt wel tien roen.
- Een reef in het zeil leggen.
- Ergens de Franse zweep over leggen.
- Hij is tussen zwijn en big.