Spreekwoorden van A tot Z

Als je eenmaal een slechte naam hebt kom je daar moeilijk weer vanaf.

Als er nu iets tegen zit dan zit iets anders wel weer mee.

Vertellen over de voortplanting.

Je moet mensen niet vertrouwen hoe hoog hun positie ook is.

Als je met slechte mensen omgaat neem je hun slechte eigenschappen over.

Goede en slechte tijden.

Erg omslachtig werken.

Laten horen dat je gewonnen hebt.

Varkens (of kinderen) die niet kieskeurig zijn met eten groeien het hardst.

Als je te snel werkt dan lever je een slechte kwaliteit af.

Vis is niet erg voedzaam.

Als je vis eet hoort daar een drankje bij.

Mannen die jagen en vissen zorgen vaak niet goed voor hun huisgezin.

Je kunt geen onmogelijke dingen doen.

Je moet niet zelfstandig gaan leven als je daar nog niet volwassen genoeg voor bent.

Domme mensen willen ook meepraten met verstandige mensen.

Flink vloeken.

Erg vloeken.

Erg vloeken.

Niet toegeven.

Iemand steunen.

Als je steeds ergens iets aan doet zul je uiteindelijk je doel ook bereiken.

Iets verkopen zoals het er bij ligt; dus zonder het gesorteerd of gekeurd te hebben.

Mensen die veel gedronken hebben zijn vaak lichtgeraakt.

Hij zal worden bestraft.

Iedereen gaat een keer dood.

Een preek geven waarnaar niemand luistert.

Zomaar zonder uit te zoeken iets kopen.

Zomaar zonder iets uit te zoeken pakken.

Onvoorbereid spreken.