Spreekwoorden met Dieren

Hij loopt trots.

Zware hoofdpijn hebben omdat je teveel gedronken hebt.

Als je het gevaar zoekt dan loopt het slecht met je af.

Zij is er als eerste bij.

Hij is de grote vlegel van de straat.

Als je eet praat je niet.

Hij is ziek.

Iemand een memo sturen.

Kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders.

Onder het eten wordt er vaak weinig gezegd.

Voortdurend ruzie hebben.

Hij voelt zich niet lekker.

Je moet niet zo zuinig zijn met het eten dat het bederft.

Eten zonder drinken erbij.

In het donker kun je niet goed zien of iemand mooi is of niet.

Hij heeft last van een kater.

Je zult moeten werken voor de kost.

Het is al bekend wie daar de winnaar zal zijn.

Als het toezicht weg is wordt hier meteen misbruik van gemaakt.

Twee vrouwen bij elkaar ruzieën en praten aan één stuk door.

Kijk uit voor mensen die slijmen.

Dat is een verloren zaak.

Hij doet nors.

Wat er ook gebeurt; hij zal er bij zijn.

Hij denkt alles het beste te weten.

Hij heeft helemaal niets meer.

Hij praat hees.

Hij is een koelbloedig persoon.

Hij zit daar alleen.

Als je niet snel werkt maar wel rustig blijft doorwerken dan kom je er ook wel.