Oog [Ook] om oog en tand om tand.
Als mensen je iets aandoen moet je wraak nemen op gelijke manier.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met ook
Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.
Als de kostwinner overlijdt dan zijn er ook geen inkomsten meer.
Meer
Dat is ook niet bij zijn wieg gezongen.
Dat had niemand van hem verwacht.
Meer
De laatste schuit moet ook vracht hebben.
Iemand wil nog blijven hangen terwijl de gast hem weg wil hebben.
Meer
Die de koe trouwt heeft ook het kalf
Als je met een zwangere vrouw trouwt zul je het kind op de koop toe moeten nemen.
Meer
Een goed zeeman wordt ook wel eens nat.
Ook gematigde mensen hebben wel eens te veel alcohol genuttigd.
Meer
Spreekwoorden met oog
Dat is hem een doorn in het oog.
Daaraan ergert hij zich enorm.
Meer
Dat past als een vuist op een oog.
Dat is daarvoor niet goed.
Meer
Een kwaad oog op iemand hebben.
Iemand onheil toewensen.
Meer
Een oog in het zeil houden.
Op blijven letten wat er gebeurt.
Meer
Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
Degene die geen rein geweten heeft is bang voor het onderzoek.
Meer
Spreekwoorden met tand
Dat is een lekker tand.
Hij houdt van lekker eten.
Meer
Hij leeft van de hand in de tand.
Hij is zo arm dat hij niets kan sparen.
Meer
Iemand aan de tand voelen.
Iemand ondervragen.
Meer
Iemand een tand trekken.
Iemand oplichten.
Meer
Rap in [Vlug met] de hand rap in [vlug met] de tand.
Mensen die snel werken eten ook snel.
Meer