Spreekwoorden met Eten & drinken

Hij drinkt erg veel.

Samen met iemand anders alcohol drinken maar meer drank op kunnen dan de ander.

Hij consumeert erg veel alcoholische drank.

Als je je geld verdrinkt raak je op den duur aan de bedelstaf.

Dat is te veel werk.

Dat geeft hij niet graag af.

Omdat het niet voor hem bereikbaar is doet hij of dat hem niet interesseert.

Je moet kunnen leven van het beroep dat je uitoefent.

Je kunt beter iets hebben dan niets Beter een kleine heer dan een grote knecht.

Als die vriendschap wordt verbroken zullen er vele verwijten gemaakt worden.

Hij is met een welgestelde vrouw getrouwd.

Hij heeft prutswerk afgeleverd.

Hij heeft verlies geleden.

Dat is niet waar het om gaat.

Dat is heel erg makkelijk.

Met iemand nog een vermanend onderhoud moeten gaan voeren.

Met wat geduld zal alles goed komen.

Dat is degene die het geld verdient.

Heb maar geduld en het komt wel goed.

Dat is een onverwacht gelukje.

Dat is een onverwachte meevaller.

Veel lawaai om niets.

Met alleen maar praten gebeurt er niets; het komt op het werken aan.

Met de vingers eten.

Afhankelijk zijn van uw meester.

Hij moet met weinig rondkomen.

Je bent er niet alleen maar voor de lol.

Dat is niet waar het om gaat.

Je zult moeten werken voor de kost.

Je moet eten wat je krijgt voorgezet.