---

Hij heeft al heel wat moeilijkheden overwonnen.

Hij is erg mager.

Hij maakt zich nergens zorgen om; hij doet niets.

Hij is aan het huilen.

Hoewel hij het er niet helemaal mee eens is stemt hij toch toe.

Iemand veels te veel laten betalen.

Iemand uit de problemen helpen.

Kwaadspreken over iemand.

Iemand minachten.

Iets slechts over iemand vertellen.

Iemand telkens dwarszitten.

Iemand meer eer geven dan hij verdient.

ergens niet op hebben gelet.

Kleingeestige mensen zijn snel kwaad.

Neem als vrouw nooit je schoonmoeder in huis want dat gaat niet goed.

Heel erg hard met een auto rijden.

Samenwonen zonder getrouwd te zijn.

De dood injagen.

Failliet gaan.

Over niemendalletjes praten.

Niet iedereen vindt dezelfde dingen mooi.

Om met zijn tweeën tegen één persoon te strijden is niet eerlijk.

Vertellen over de voortplanting.

Men praat graag over dingen waar men enthousiast over is.

Mensen praten graag over de dingen waar ze van houden of veel van af weten.

Als je eenmaal met iets slechts begonnen bent kun je niet meer terug.

Zich er geen zorgen om maken.

Zij wonen samen zonder te zijn getrouwd.

Iemand in bescherming nemen.

Het gaat voorspoedig met hem.