Spreekwoorden met goed

Met goed gereedschap kun je een klus beter klaren.

Wat nu niet goed genoeg is is straks als je het arm hebt wel goed genoeg.

Het kind doet iets op dezelfde manier als zijn ouder.

Het komt op hetzelfde neer.

Het is makkelijk om kwistig om te gaan met geld of goederen die voor een ander bedoeld zijn.

Geld van een ander wordt altijd gemakkelijker uitgegeven dan eigen geld.

Waar het nooit waait is het stil.

Het gaat precies zoals het moet gaan.

Als het op de een regent drupt het op de ander.

Hij is met een welgestelde vrouw getrouwd.

Hij is daar hartelijk ontvangen.

Hij gelooft alles.

Hij is behoorlijk bang geworden.

Het is goed met hem afgelopen.

Hij is niet normaal.

Hij heeft veel geld.

Hij komt niet goed op gang.

Hij is een levensgenieter.

Hij is geen vrek maar let wel goed op zijn bestedingen.

Hij gebruikt zijn tijd zeer efficiënt.

Menigeen die zich voornaam voordoet is vaak helemaal niet rijk.

Als je hoogmoedig bent komt er een moment dat je gezichtsverlies lijdt.

Als je voldoende bezit is het prettig leven.

In onduidelijke situaties valt vaak veel voordeel te halen.

In de handel heb je goede en slechte tijden.

Als het met Maria Lichtmis (2 februari) mooi weer is dan wordt het een mooie zomer.

Je moet altijd gezond leven.

Met iets onbelangrijks hoef je niet meer zo voorzichtig te zijn.

Hij is dwars in de omgang.

Als het werk klaar is geniet je meer van een welverdiende rust.