Zijn woorden zijn gouden appelen in zilveren schalen.
Zijn speech is rijk aan inhoud en mooi van stijl.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De appel valt niet ver van de boom [stam].
- De appel smaakt bomig.
- Wie appelen vaart die appelen eet.
- Schone appels zijn ook wel zuur.
- Appels voor citroenen verkopen.
- Dat zijn appels op gouden benen.
- Een appeltje voor de dorst hebben.
- Een appeltje met iemand te schillen hebben.
- Hij is er gezien als een rotte appel bij de fruitvrouw.
- Die zijn lichaam bewaart bewaart geen rotte appel.
- Iemand liefhebben als de appel zijner ogen.
- Daar komt een schip met zure appels.
- Een schip met zure appels.
- Iemand gouden bergen beloven.
- Hij belooft gouden bergen.
- Hij vist met een gouden net.
- Het gouden kalf aanbidden.
- Handwerk heeft een gouden bodem.
- Hij heeft een huis met een gouden dak.
- Koeien met gouden horens beloven.
- Een koude mei een gouden mei.
- Honingzoete woorden brengen geen haver in de kast.
- Geen woorden maar daden.
- Met geld en goede woorden krijgt men veel gedaan.
- Zoetgevooisde woorden Mooie liefrijke en vriendelijke woorden.
- Hij weegt zijn woorden op een goudschaaltje.
- Als de wijn zinkt zwemmen de woorden boven.
- Zij hebben hoge woorden.
- Met iemands woorden naar de markt gaan.
- Zij krijgen woorden.
- Je woorden worden weer thuisgebracht.
- De woorden bleven hem in de keel steken.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Woorden zijn geen oorden.
- Iemand de woorden uit de keel trekken.
- Iemand de woorden uit de mond stelen.
- Iemand de woorden uit de mond kijken.
- Veel woorden de nek breken.
- Woorden wekken voorbeelden trekken.
- Veel woorden vullen de zak niet.
- Ze hebben een zilveren dak.
- Hij is geboren met een zilveren lepel in de mond.
- Zilveren hamer breekt ijzeren deuren.
- Het huis heeft zilveren pannen.
- Hij schiet met zilveren hagel.