Spreekwoorden van A tot Z

Hij kan zonder begeleiding.

Hij helpt iemand op het laatst uit de nood.

Hij is degene die gepakt wordt.

Hij staat niet in de gunst bij zijn bazen.

Als je over dat onderwerp begint zal het gesprek tot niets leiden.

Hij wil daar niets mee van doen hebben.

Hij is een lomperik.

Hij heeft zich nog net weten te redden.

Hij heeft teveel gedronken.

Hij is een echte vakman.

Waar hij mee bezig is verloopt prima.

Hij is iemand die op de kleinste details kritiek uit.

Hij is een nutteloos persoon.

Hij is rijk.

Hij is een knoeier/ Hij is iemand die zwart een klus klaart.

Hij is iemand die meer kan dan je denkt.

Hij doet alsof.

Hij is alleen maar tot last.

Hij is een levensgenieter.

Hij is een overdreven brave jongen.

Hij is verslaafd aan drank.

Hij is een bemiddelaar.

Hij is een norse snauwende man.

Hij is erg mager.

Hij is een vrouwenversierder.

Hij is bijzonder handig.

Je moet hem niet serieus nemen.

Hij is een sufferd.

Hij doet veel langer over zijn studie dan nodig is.

Hij is een lafbek die zich dapper voordoet.