Spreekwoorden van A tot Z

Hij zit in de problemen.

Hij heeft iemand de rug toegekeerd.

Hij weet niet wat te doen.

Hij zit diep in de schulden.

Hij zit te zeuren.

Hij is zeker van zijn positie.

Hij verontschuldigt zich met smoesjes.

Hij maakt van de kleinste dingen een probleem.

Hij zoekt naar moeilijkheden die er niet zijn.

Hij zoekt naar moeilijkheden die er niet zijn.

Hij is met een veel jongere vrouw getrouwd.

Hij zoekt naar iets wat vlakbij hem is.

Hij zoekt naar iets dat in zijn nabijheid is.

Hij is zinloos bezig.

Hij probeert iets onmogelijks te bereiken.

Hij is een alcoholist.

Hij is razend.

Hij kan goed zwemmen.

Hij heeft heel veel geld.

Hij is niet mededeelzaam.

Twijfelen tussen twee oplossingen.

Iemand die bijna failliet gaat doet op het laatst vaak gekke dingen.

Als je dicht bij de kerk woont hoef je nog niet vroom te zijn.

Je moet niet te vroeg juigen er kan altijd nog iets tegenzitten.

Je kunt een vervelend werk maar het beste meteen als eerste aanpakken.

Mensen met grote talenten leven vaak losbandig.

Iemand die zich goed voordoet kun je vaak niet vertrouwen als het om geld gaat.

Als alle tegenslag gelijk komt dan zal de ellende ook weer snel overgaan.

Het getuigd van weinig wijsheid als je erg trots bent.

Een oude vrouw krijgt na een huwelijk meestal niet meteen kinderen.