Spreekwoorden van A tot Z

Hij is niet op de hoogte.

Hij gebruikt zijn tijd zeer efficiënt.

Hij weet daar de weg niet.

Hij is er helemaal van op de hoogte.

Hij benut het juiste moment.

Hij weet van niets.

Hij doet of hij volkomen onschuldig is.

Hij weet er niets van af; hij is er niet bij betrokken.

Hij weet van niets.

Hij is snugger.

Hij is erg dom.

Hij weet er helemaal niets van.

Hij is dom.

Hij is van alles goed op de hoogte.

Hij weet er alles van.

Hij is goed op de hoogte.

Hij heeft het erg druk.

Hij verzette zich niet toen hij werd gestraft.

Hij werd woest.

Hij werd niet goed ontvangen Hij werd zo rood als een kalkoense haan.

Hij werkt erg hard.

Hij werkt erg traag.

Hij zet andere mensen aan de kant ten behoeve van zichzelf.

Hij probeert zijn zin te krijgen door te dreigen en te schelden.

Hij is steeds aan het werk.

Hij wil het op mijn kosten proberen.

Hij wil beide partijen te vriend houden.

Hij wil nog wat zeggen maar het is onbelangrijk wat hij te zeggen heeft.

Hij wil weten waar hij aan toe is.

Hij distantieert zich daarvan.