Spreekwoorden met trefwoord
- sabbatsreis 1
- sabel 1
- saffraan 1
- salomo 1
- salomos 2
- samaritaan 1
- samen 3
- samenleving 1
- samensprekingen 1
- sant 1
- santenkraam 1
- sappel 1
- sara 2
- saul 1
- saulus 1
- saus 4
- schaaf 1
- schaakmat 1
- schaal 1
- schaamschoenen 1
- schaamt 1
- schaamte 3
- schaap 9
- schaapje 1
- schaapjes 1
- schaapskleren 1
- schaapskooi 2
- schaar 3
- schaats 1
- schade 6
- schaden 1
- schaduw 3
- schalen 1
- schand 2
- schande 3
- schandegoed 1
- schandpaal 1
- schapen 6
- scharminkel 1
- scharrebier 1
- schat 2
- schavot 1
- schavuit 1
- schede 2
- schedel 1
- scheef 9
- scheel 5
- scheep 4
- scheepje 2
- scheepsrecht 1
- scheer 1
- scheermes 2
- scheert 1
- scheet 2
- scheg 1
- schele 1
- schelen 1
- schelm 1
- schenen 2
- schepel 1
- schepen 4
- schepje 1
- schepper 1
- schering 1
- scherp 5
- scherpe 2
- scherpt 1
- scherven 2
- scheurde 1
- scheut 1
- scheuvels 1
- scheve 1
- schiedam 1
- schiet 5
- schietgebedje 1
- schietgeweer 1
- schijn 3
- schijt 5
- schijterd 1
- schijtluis 1
- schijven 2
- schik 1
- schild 2
- schimmel 2
- schip 18
- schipbreuk 2
- schippers 1
- schippersrecht 1
- schobbejak 1
- schobberdebonk 1
- schoeltje 1
- schoen 3
- schoenen 13
- schoenmaker 1
- schoenmakers 1
- schoenpin 1
- schol 2
- schole 1
- schoof 2
- schooier 1
- school 3
- schoon 10
- schoorsteen 1
- schoot 7
- schop 1
- schorpioenen 1
- schorriemorrie 1
- schors 2
- schort 2
- schot 6
- schotels 3
- schotje 1
- schots 1
- schotsen 1
- schouder 4
- schouders 4
- schouw 1
- schraalhans 1
- schrale 1
- schrap 1
- schreefjes 1
- schreit 1
- schrijver 1
- schrik 3
- schrobber 1
- schroefje 1
- schubben 1
- schuifje 1
- schuilevinkje 1
- schuim 3
- schuine 3
- schuit 2
- schuitje 1
- schuld 6
- schulden 1
- schuldig 1
- schure 1
- schurft 1
- schurftig 1
- schut 1
- schuur 2
- schuurdeur 1
- schuurtje 3
- schuurzak 1
- se 1
- secuur 1
- sfeer 1
- siamese 1
- sigaar 2
- sigaretten 1
- sijmen 1
- sijs 1
- sikker 1
- simson 1
- sint 6
- sinterklaas 1
- sisser 1
- situatie 1
- sla 2
- slaag 1
- slaap 5
- slaapmutsje 1
- slaapt 5
- slaatje 1
- slabakken 1
- slacht 1
- slachtbank 1
- slachten 2
- slag 10
- slagboeg 1
- slagpennen 1
- slagroom 1
- slagtanden 1
- slak 3
- slakkengang 1
- slang 3
- slank 1
- slap 1
- slapende 4
- slecht 10
- slechte 4
- slechter 2
- slechts 1
- slechtste 1
- sleeptouw 1
- slekken 1
- sleurhut 1
- sleutel 4
- sleutels 1
- sliep 1
- slijk 2
- slijmbal 1
- slijt 2
- slik 1
- slim 3
- slimme 2
- slinger 3
- sloeg 7
- slof 4
- slok 1
- slons 1
- sloot 2
- slordig 1
- slot 1
- sloten 1
- sluier 4
- sluis 2
- sluit 1
- sluwe 1
- smaak 4
- smal 1
- smaldoek 1
- smalle 1
- smalst 1
- smart 3
- smeer 1
- smeerlap 1
- smeermond 1
- smeert 1
- smet 1
- smid 3
- smidskinderen 1
- smoel 1
- smoor 1
- smulpaap 1
- snaar 2
- snaren 1
- snee 3
- sneeuw 3
- sneeuwvlok 1
- sneeuwwit 1
- snel 7
- snelle 1
- snij 1
- snijboon 2
- snijder 3
- snik 1
- snip 3
- snoek 4
- snoeken 1
- snoeshaan 2
- snor 3
- snot 3
- snuf 1
- snuif 1
- soep 4
- soeps 1
- soepzootje 1
- sokken 6
- soldaat 4
- sollen 2
- som 1
- sop 3
- spaak 2
- spaanders 1
- spaans 2
- spaarmond 1
- spaarpot 1
- spaart 3
- spanader 1
- spandiensten 1
- spanning 1
- spant 1
- spat 3
- speelde 1
- speer 1
- spek 14
- spekkoper 1
- spektakel 1
- spel 15
- speld 2
- speldenprikken 1
- speldje 1
- spiegel 1
- spierinkje 1
- spijers 1
- spijker 2
- spijkers 2
- spijs 1
- spijt 5
- spil 1
- spin 3
- spinazie 1
- spinnewiel 1
- spint 1
- spit 2
- spits 3
- spitsroeden 1
- spitst 1
- splinter 1
- spoedig 1
- spoeling 2
- spons 3
- spoor 4
- spoort 1
- sportief 1
- spot 1
- spraak 4
- spraakverwarring 2
- spraakwater 1
- spreek 1
- spreekwoord 1
- spreken 14
- spreker 5
- sprekers 1
- spring 1
- springen 8
- sprinkhaan 1
- sprong 4
- sprongen 2
- sprookje 1
- spruitjeslucht 1
- spugers 1
- spuigaten 2
- spuwen 5
- spuwt 1
- sta 2
- staak 2
- staal 2
- staand 2
- staande 2
- staaroogt 1
- staart 16
- staartje 2
- staartmolen 1
- staat 66
- stad 4
- stadspraatje 1
- staf 1
- stak 1
- stal 5
- stallen 1
- stam 2
- stand 2
- standje 4
- stang 1
- stangen 1
- stank 2
- stapel 4
- stapelgek 2
- stapt 2
- station 1
- staven 1
- steek 5
- steel 5
- steen 15
- steenhard 1
- steentje 1
- steentjes 1
- steg 1
- stekeblind 1
- stel 2
- steler 1
- stelers 1
- stelling 1
- stem 4
- stempel 2
- stentorstem 1
- sterfhuis 1
- sterk 9
- sterker 2
- steun 1
- stevig 1
- stiekem 1
- stier 2
- stierman 1
- stijf 7
- stijfkop 1
- stijgbeugel 1
- stijlen 1
- stijve 4
- stil 9
- stille 6
- stiller 1
- stilstand 1
- stilte 1
- stoel 1
- stoelendans 1
- stoempen 1
- stoep 1
- stoet 1
- stoethaspel 1
- stof 7
- stoffel 1
- stofje 1
- stofregen 1
- stok 7
- stokbonen 1
- stokdoof 1
- stokje 3
- stokvis 3
- stom 2
- stomme 2
- stomp 2
- stond 6
- stoned 1
- stookt 1
- stoom 1
- stoot 2
- stootgaren 1
- stopen 1
- storm 6
- stormbal 1
- stormenderhand 1
- stort 1
- stout 2
- stoute 1
- straalbezopen 1
- straat 9
- straatarm 1
- straatje 2
- straffe 1
- strak 1
- strand 2
- strate 1
- straten 1
- streek 6
- streep 4
- streepje 2
- streken 2
- strelende 1
- streng 3
- strenge 1
- strengen 1
- strijd 3
- strijk 1
- strijkgeld 1
- strijkstok 4
- strijkt 1
- strik 1
- strikgeld 1
- stro 8
- strofiguur 1
- stroken 1
- stront 7
- stroom 3
- stroop 2
- stroopdagen 1
- strop 3
- stroppen 1
- strot 1
- strowis 1
- struiken 1
- studeert 1
- student 1
- studiepik 1
- stuipen 1
- stuiver 3
- stuivertje 3
- stuk 13
- stukje 1
- stukjes 1
- stukken 1
- stukwerk 1
- stuur 2
- stuurboord 1
- sufferd 1
- suiker 1
- suikeroompje 1
- suikertand 1
- sulferken 1
- synagoge 1
Werkwoorden
- sappelen 1
- sardineren 1
- schaatsen 1
- scheiden 5
- schelden 1
- schellen 2
- schenden 2
- schenken 3
- scheppen 1
- scheren 3
- schermen 1
- scheuren 1
- schieten 12
- schijnen 2
- schijten 2
- schillen 1
- schipperen 1
- schoolgaan 1
- schoonmaken 1
- schoonwassen 1
- schoppen 3
- schrapen 2
- schreeuwen 2
- schreien 2
- schrijen 1
- schrijven 8
- schudden 6
- schuiven 2
- sikkelen 1
- slaan 24
- slapen 9
- slepen 1
- sleuren 1
- slijpen 2
- slikken 1
- sloffen 3
- sluiten 2
- smaken 2
- smeden 1
- smeeken 1
- smeken 1
- smeren 5
- smijten 4
- smoren 1
- snacken 1
- snaken 1
- snakken 1
- sneeuwen 1
- snijden 8
- snoeien 1
- snoeren 3
- snorken 1
- soebatten 1
- spannen 4
- sparen 11
- spelen 20
- spiegelen 1
- spillen 1
- spinnen 5
- spitten 1
- splitsen 1
- spoelen 1