Spreekwoorden van A tot Z

Iemand die heel precies is.

Boven de middelmaat uitsteken; iets bijzonders ondernemen.

Je krijgt dat nooit.

Het is daar heel erg schoon en netjes.

Het is daar heel erg schoon en netjes.

Zij mogen elkaar niet.

Hij heeft een ongewassen nek.

Koningen hebben lange armen.

Je moet de oorzaak van het probleem aanpakken.

Wat je zegt moet je ook meteen doen.

Je moet de oorzaak van de fout niet bij de ander maar bij jezelf zoeken.

Je moet je uitgaven aanpassen aan je inkomsten.

Kriskras.

Je moet het goede en het slechte van elkaar scheiden en zo het goede behouden.

Je moet je aanpassen aan het gezelschap waarin je je bevindt.

Je moet een besluit nemen.

Schoon schip maken.

Je moet je niet ergens blind op staren.

Je moet je geld veiligstellen voordat de tegenslagen komen.

Niet doen wat je hebt beloofd.

Als je onaardig bent tegen anderen doen zij ook onaardig tegen jou.

Je zoent iemand die rookt en naar tabak smaakt.

De ganzen die eenmaal in het koren geweest zijn

Jij bent totaal onbelangrijk voor mij.

Jij hebt een stomme fout begaan.

Eenvoudige taal.

Wie in zijn jonge jaren losbandig leeft komt vaak tot inkeer als hij oud is.

Zolang je werkt word je gewaardeerd maar als je op bent word je als oud vuil afgedankt.

Uiteindelijk gaat iedereen dood.

Alles wat je in je jeugd leert kan de rest van je leven van nut zijn.