Spreekwoorden met Lichaamsdelen

Als je iedere dag iets opzij zet zul je op den duur toch een hoop hebben.

Iemand met grijs haar heeft vaak ook veel wijsheid.

Daar ga ik absoluut niet mee akkoord.

Hij heeft daar geld verspeeld.

Hij kan zich goed verdedigen.

Ik moet weten waar ik aan toe ben.

Hij wil niet werken.

Hij weet van niets.

Hij maakt van de kleinste dingen een probleem.

Dat was bijna verkeerd afgelopen.

Dat bevalt hem niet.

Vrouwen zijn niet zo slim.

Hij is in een slechte bui.

Iemand niet kennen.

Je moet je niet teveel zorgen maken.

Als iets goed gebeurt moet je niet teveel op de kosten letten.

Hij zint op wraak.

Hij weet niet wat te doen.

Gekken krijgen meestal geen grijs haar.

Helemaal opeten.

Iemand beslist geen kwaad doen.

Mensen met krullen zijn niet te vertrouwen.

Als iemands niets heeft valt er ook niets te halen.

Hij draagt de muts schuin.

Hij heeft last van een kater.

Hij bloost.

Iemand absoluut niet hinderen.

Hij is onbezonnen en wild.

Hij is een moordenaar.

Hij zorgt dat hij de zaak onder controle houdt.