Spreekwoorden met Hand

Iemand beschermen (tegen de door hem gemaakte fouten)

Iemand helpen.

Iemand geld geven.

Iemand tot een gevecht uitdagen.

Iemand iets geven waardoor hij in de problemen komt.

Iemand iets geven.

Heel voorzichtig iemand benaderen.

Iemand laten doen zoals jij het wilt.

Iemand berispen of slaag geven.

Iemand heel erg waarderen.

Iemand helpen door een gedeelte van het werk te doen.

Iemands betrouwbare hulp zijn.

Iets door buitenstaanders laten doen.

Iets snel en gemakkelijk doen.

Iets weggeven als je nog leeft.

Iets heel makkelijk kunnen doen.

Iets aan het doen zijn.

Je moet nadenken voordat je iets doet.

Ik heb hem onder controle.

Je moet de oorzaak van de fout niet bij de ander maar bij jezelf zoeken.

Met kinderen kun je niet meer alle dingen doen die je wilt.

Niets kunnen.

Wees niet hooghartig.

Zonder de juiste middelen kun je niets beginnen.

De man moet de baas zijn over de vrouw.

Het is verstandig om zuinig te zijn.

Ieder werk moet op de juiste manier gedaan worden.

Iets onmogelijks proberen.

Naar volle eer en geweten.

Luieren.