Spreekwoorden van A tot Z

Van steun afhankelijk zijn.

Zijn wijze van leven nagaan.

Ergens bij betrokken raken.

Hij heeft moeite om zich te beheersen om niet te slaan.

Hij is een dief.

Hij schrok er heel erg van.

Hij is daar niet welkom.

Hoewel hij best goede plannen heeft weet hij ze nooit goed uit te voeren.

Hij heeft last van onhoudbaar verdriet, afgunst of woede.

Hij is verliefd.

Hij is tot over zijn oren verliefd.

Overgeven.

Al zijn gevoelens vertellen.

Zijn hartstochten de vrije ruimte laten.

Elders zijn geluk proberen te vinden.

Zijn hemd nog een dag langer dragen.

Hij is niet normaal.

Zijn hoed staat scheef.

Hij groet nooit.

Hij heeft zijn macht verloren.

Hij heeft het te druk.

Overlijden.

Ergens nul op het rekest krijgen.

Zich verdiepen in nieuwe dingen.

Hij is bijna dood.

Eerlijk zijn plannen vertellen.

Goed kunnen praten.

Het gaat hem goed.

Hij heeft het naar zijn zin.

Hij weet er niet veel vanaf.