Spreekwoorden met zetten

Dat is een onbelangrijk persoon.

Dat is te gek voor woorden; dat is schandalig.

Dat kan voordelig zijn.

Veel plezier gaan maken.

Eerst iets lekkers eten en daarna iets gewoons.

Het werk op een hele mooie manier afsluiten.

Naar het toilet gaan om te urineren.

Geld opzij leggen voor later.

Een inbraak plegen.

Iets nieuws beginnen.

Iets repareren in plaats van geheel vervangen.

Heel voorzichtig zijn met de uitspraken die je doet.

Zich ergens erg voor inzetten.

Ergens niet meer over doorgaan.

Iets afsluiten.

Ergens van opzien.

Het kind begon luid te schreeuwen.

Iemand ontslag aanzeggen.

Iemand er niet bij betrekken.

Iemand last bezorgen.

Iemand dwingen tot het onderschrijven van iets.

Iemand in zijn gezicht krabben.

Iemand met alle tien de nagels in het gezicht krabben.

Iemand ernstig hinderen.

Iemand vernederen en onderdrukken.

Iemand dwingen te gehoorzamen.

Iemand benadelen.

Iemands macht breken.

Schade berokkenen bij iemand.

Iemand dwingen om te luisteren.