Spreekwoorden met zetten
59 spreekwoorden gevonden
31 - 59 van 59Iemand een compliment maken.
Iemand dwingen tot iets dat hij niet wil.
Wraak nemen.
Iemand in verlegenheid brengen.
Iemand veel medicijnen laten slikken.
Iemand eervol behandelen.
Iemand de mond snoeren.
Iemand met huisraad en al op straat zetten.
Iemand laten doen zoals jij het wilt.
Iemand gevangen nemen.
Iemand op 1 april foppen.
Iemand ontslaan.
Iemand naar een onbelangrijke positie manoeuvreren.
Iemand terechtwijzen.
Iemand laten merken wie de baas is.
Iemand zijn ontslag geven.
Iemand voor schut zetten.
Iemand belachelijk maken.
Iemand voor de schulden laten opdraaien.
Iets nieuws beginnen.
Iets nieuws opstarten.
Iets nieuws opstarten.
Je moet je aan de omstandigheden aanpassen.
Je moet je uitgaven aanpassen aan je inkomsten.
Je moet iemand niet aan te grote verleidingen blootstellen.
Je moet wetenschap niet voor jezelf houden.
We gaan onbekommerd weg.
Een wind laten.
Zich helemaal vol eten.