Spreekwoorden van A tot Z
713 spreekwoorden gevonden
31 - 60 van 713Iemand een standje geven voor slecht werk.
Iemand overbluffen.
Iemand in elkaar slaan.
Iemand zijn deel niet geven maar met een kleinigheid wegsturen.
Iemand de weg tonen.
Iemand doen struikelen.
Iemand in diskrediet brengen.
Iemand oplichten.
Iemand stevig beetpakken.
Iemand beetpakken.
Iemand vastpakken.
Iemand een vermaning geven.
Iemand beetpakken.
Iemand oplichten.
Iemand veroordelen zonder dat hij bij de (rechts)zitting aanwezig is.
Iemand geheel ten onrechte van iets beschuldigen.
Wraak nemen.
Iemand in elkaar slaan.
Iemand in het openbaar met bewijzen van iets illegaals beschuldigen.
Iemand naar buiten zetten.
Iemand er niet bij betrekken.
De broek van een jongen omlaag trekken en er water ingieten.
Iemand slaag geven.
Iemands geld stelen.
Iemand zeggen waar het op staat.
Een liefdesrelatie stoppen.
Iemand slaag geven.
Iemand niets gunnen.
Iemand bestelen.
Iemand plagen.