Spreekwoorden met Lichaamsdelen
604 spreekwoorden gevonden
481 - 510 van 604Hij is zo arm dat hij niets kan sparen.
Iets kan altijd op het laatst nog foutgaan.
Er goed van leven zonder zich zorgen te maken om de dag van morgen.
Het is verstandig om zuinig te zijn.
Je zult moeten werken voor de kost.
Hij houdt van lekker eten.
Hij weet niet wat te zeggen.
Als mensen je iets aandoen moet je wraak nemen op gelijke manier.
Op gelijke manier terugslaan.
Mensen die snel werken eten ook snel.
Hij is zijn sterkste verdediging kwijt.
Mensen die langzaam eten werken ook langzaam.
Ik heb het ontzettend koud.
Iemand het snoepen verbieden.
Zij is al oud.
Hoe groot en stevig ook uiteindelijk vergaat alles.
Iemand oplichten.
Iemand ondervragen.
Zijn moeite is tevergeefs geweest.
Hij laat merken dat hij zich goed zal verdedigen.
Op hol slaan.
Iets tot het einde toe doorzetten.
Als je oud bent moet je goed blijven eten.
Zich ergens helemaal op concentreren.
Hij is nog te jong om goed te kunnen oordelen.
Een vrouw is altijd wel wat aan het doen in huis.
Iemand een trap geven.
Volledig; helemaal; van boven tot onder.
Hij kan goed met mensen slijmen.
Zij praat maar door.